5G op zee

2020.11.05

Het ANP berichtte over proeven met robots op booreilanden. Die robots bieden personeel ondersteuning bij zwaar en gevaarlijk werk. Eén voorwaarde: hun 100% zekere verbinding met internet. Maar hoe verzeker je een mobiele dekking op zo’n 100 of 200 km uit onze kust? Om van wind, zout en huizenhoge golven nog maar te zwijgen. We vragen het Solutions & Marketing Director Jurjen Veldhuizen.


“Waar je niet vaak bij stilstaat als je vanaf de Hollandse kust richting zee tuurt: het is één van de drukst bevaren waterwegen ter wereld. Door een mengeling van transportvaart, pleziervaart en calamiteitsdiensten is het nog nét geen Kalverstraat, maar de vergelijking geeft wel een idee. Daar komt bij dat het aantal vaste objecten is toegenomen. We hadden de boorplatforms, de afgelopen jaren zijn er flink wat windmolenparken bij gekomen.”

De noodzaak van verbinding

Al die vaste en bewegende elementen op zee willen hetzelfde: in verbinding zijn met elkaar, maar ook met het vaste land. Veldhuizen: “Het afgelopen jaar hebben KPN en T-Mobile ingezet op dekking op zee via het mobiele netwerk. Die uitbreiding is bedoeld voor mobiele toepassingen op windmolenparken en boorplatformen, maar ook bijvoorbeeld voor de vrachtvaart, de visserij en defensie. De belangrijkste gebieden in de Noordzee zijn inmiddels gedekt voor 4G. Daar waar 5G-capaciteit nodig is, kan dat worden gerealiseerd.”

Zelfde frequenties als op land

Volgens Veldhuizen behoeft mobiele dekking op zee geen andere aanpak dan op het land. “Masten op zee gebruiken dezelfde frequenties. Internet op zee is daarmee een uitbreiding van het bestaande netwerk. Ook de connectie van en naar de masten gebeurt op eenzelfde manier: ofwel via een glasvezelkabel, ofwel via een straalverbinding.”

Speciale eisen

Toch vraagt zeewaardig internet wel wat technische aanpassingen, zegt Veldhuizen. “Denk aan de bescherming van de apparatuur tegen wind, vocht en zout. Met aangepaste kasten beschermen we de apparatuur hiertegen.” Een ander aandachtspunt is de straalrichting van de masten. “De Britten gebruiken dezelfde frequentiebanden voor hún 4G en 5G. Door onze antennes richting de westerburen een beetje naar beneden te richten, eindigt de straling voor de afgesproken grens. De Engelsen doen dat ook. Dat voorkomt dat we met onze radiogolven in elkaars vaarwater zitten.

Aanlokkelijk alternatief

“Lange tijd was je op zee afhankelijk van verbinding via dure satellietverbindingen. Het mobiele netwerk op zee biedt daarvoor een veel goedkoper alternatief. 4G heeft het laagste prijskaartje om te voldoen aan de toenemende vraag aan connectiviteit op zee. 5G zal door telecomaanbieders tegen een wat hogere prijs worden aangeboden. Daar staan minimale vertraging en hogere snelheid en capaciteit tegenover. Ideaal dus voor wie de allerhoogste eisen stelt aan zijn mobiele-datagebruik en voor de inzet van robots en andere toepassing van het Internet of Things op bijvoorbeeld boorplatforms of windturbines.”

Midden op de oceaan

Tenslotte noemt Veldhuizen ook de integratie van technologieën op zee. Zo wordt nu ook in de 5G standaarden al gekeken hoe satellietverbindingen samen met radionetwerken geïntegreerd kunnen worden. Die oplossing is vooral belangrijk op de vele plekken op zee waar in de nabije omgeving geen platforms beschikbaar zijn, maar bereikbaarheid en capaciteit wel wenselijk is. Ook dat kan met 5G op zee.